De rol van macronutriënten en micronutriënten bij cannabis

Cannabisplanten zijn levende, ademende organismen en net zoals wij hebben ze voeding nodig om te groeien. Elke keer als we een maaltijd verorberen, haalt ons spijsverteringsstelsel de voedingsstoffen eruit die we vereisen. Planten hebben ook een specifieke samenstelling van nutriënten nodig om goed te kunnen functioneren. Ze ademen koolstof in met hun bladeren en nemen alles wat ze verder nodig hebben op uit de grond.

Planten halen voedingsstoffen binnen via hun wortels. Ze doen dat door middel van een proces dat we actief transport noemen. In de biologie gaan stoffen van nature van een gebied met een hoge concentratie naar een gebied met een lage concentratie. Dat principe noemen we diffusie. Een organisme kan echter cellulaire energie (ATP genoemd) gebruiken, om de richting van dat proces te veranderen. Omdat de plant hiervoor actief eigen energie gebruikt, gaat het hier om actief transport.

Als een cannabisplant mineralen uit de grond wil halen, moet ze waterstofionen naar de wortels transporteren. Vanaf daar pompen de wortelharen de ionen in de grond. Deze ionen verdringen mineralen die in bodemdeeltjes voorkomen. Daarbij zorgt een moleculair pompmechanisme ervoor dat de mineralen worden overgedragen aan de wortels.

MACRONUTRIËNTEN VERSUS MICRONUTRIËNTEN

Cannabisplanten gebruiken dit fascinerende proces om allerlei voedingsstoffen in hun wortels te krijgen. Hun voedingspatroon bestaat uit twee primaire categorieën: macronutriënten en micronutriënten. Tot op zekere hoogte is dat gelijk aan onze voedselinname. Wij hebben ook macronutriënten nodig (het voedsel dat we in grote hoeveelheden vereisen), zoals proteïnen, koolhydraten en vet. Daarnaast hebben we essentiële micronutriënten nodig (voeding waarvan we kleine hoeveelheden vereisen), zoals vitamines en mineralen.

Cannabisplanten hebben van drie mineralen grote hoeveelheden nodig. Dat zijn stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K). Deze drie mineralen staan op meststoffen vermeld in een bepaalde verhouding N-P-K. Planten hebben ook relatief veel calcium, magnesium en zwavel nodig. Ze vereisen daarvan veel meer dan van de meeste micronutriënten, maar minder dan van N, P en K. Daarom noemen we dit ook wel secundaire macronutriënten.

Dat brengt ons bij de micronutriënten. Planten hebben van deze elementen slechts kleine beetjes nodig, maar ze zijn net zo belangrijk. Micronutriënten zijn onder andere boor, chloor, koper, ijzer, mangaan, molybdeen en zink.

Cannabisplanten moeten toegang hebben tot al deze mineralen. Als één ervan ontbreekt, gaat de plant geleidelijk symptomen van een deficiëntie vertonen. Wanneer kwekers planten niet geven wat ze nodig hebben, lijdt de opbrengst daar onder.

In dit artikel gaan we gedetailleerd in op elk mineraal. Je leert waarom ze belangrijk zijn en welke rol ze spelen bij de fysiologie van cannabis.

PRIMAIRE MACRONUTRIËNTEN

STIKSTOF

Stikstof is een zeer belangrijke macronutriënt voor planten. Het geldt als de allerbelangrijkste component voor de plantengroei. Maar waarom is het zo ontzettend belangrijk?

Stikstof maakt deel uit van de chlorofyl-molecule — het chemische stofje waaraan planten hun groene kleur danken. De molecule ontstaat binnen de chloroplasten van plantaardige cellen en is nodig voor de opname van zonlicht. Zonder chlorofyl zouden planten het niet lang uithouden. Als een plant zonlicht opneemt, gebruikt ze de verkregen energie voor de ontwikkeling van vitale suikers.

Stikstof is ook een belangrijke component van het protoplasma van planten. Het protoplasma is de levende inhoud van een plantencel. Een plasmamembraan houdt het daarbij op zijn plaats. Het is een bruisend gebied, boordevol belangrijke voedingsstoffen. Denk aan aminozuren, suikers, water, lipiden en nucleïnezuren.

FOSFOR

Als een van de drie macronutriënten, is fosfor essentieel voor de ontwikkeling van planten. Het mineraal is nodig voor de plantengroei en rijping. Het speelt daarbij een vitale rol bij de fotosynthese, ademhaling en energie-opslag.

Fosfor is een essentieel onderdeel van ATP, de cellulaire valuta van energie. ATP is het gevolg van fotosynthese en planten gebruiken de molecule voor diverse chemische reacties.

Fosfor speelt ook op genetisch niveau een belangrijke rol bij planten. Het helpt bij de vorming van DNA (moleculen die de genetische code van een plant bevatten) en RNA (moleculen die de code kopiëren en in het DNA overbrengen).

KALIUM

Kalium is de derde primaire macronutriënt. Dit mineraal heeft diverse belangrijke fysiologische functies. Kalium helpt bijvoorbeeld bij de regulering van de CO₂-opname bij planten. Het opent en sluit daarbij de huidmondjes — kleine openingen op de stengels en bladeren. Kalium zorgt er zo voor dat koolstofdioxide naar binnen en zuurstof naar buiten kan. Omdat planten CO₂ gebruiken voor de fotosynthese, is kalium ook essentieel voor dit energievormingsproces. Planten gebruiken het mineraal daarnaast om enzymen te activeren die belangrijk zijn bij de aanmaak van ATP.

SECUNDAIRE MACRONUTRIËNTEN

CALCIUM

Calcium speelt een belangrijke structurele rol bij planten. Het mineraal levert namelijk een bijdrage aan de stevigheid van celwanden en -membranen. Calcium functioneert ook als cellulaire boodschapper. Het stelt planten daarbij in staat te reageren op ontwikkelingssignalen en uitdagingen uit de omgeving.

Omdat calcium zo belangrijk is voor de structuur, kun je duidelijk zien wanneer een plant een tekort heeft aan dit mineraal. Als planten onvoldoende calcium krijgen, sterven oude bladeren af en duurt het langer voordat er bloei optreedt. Nieuwe aanwas van weefsel, zoals wortelpunten en jonge bladeren, groeit ook minder goed.

MAGNESIUM

Magnesium is een van de allerbelangrijkste voedingsstoffen voor de fotosynthese. Het metaalachtige element is de krachtcentrale achter het proces en zit in de kern van chlorofyl-moleculen. Zonder magnesium kunnen planten geen energie halen uit licht.

Planten gebruiken magnesium echter voor meer dan alleen de verwerking van energie. Ze zetten het ook in voor het verwerken van suikers en het stabiliseren van celmembranen.

ZWAVEL

Zwavel is ook een belangrijk structureel mineraal. Het helpt bijvoorbeeld bij de vorming van proteïnen. Dat zijn moleculen die een plant nodig heeft voor de vorming van hormonen, enzymen, membraankanalen en de pompwerking van eerder genoemde moleculen.

MICRONUTRIËNTEN

BOOR

Naast calcium is ook boor een essentieel structureel onderdeel van de celwanden. Daarbij is het rechtstreeks betrokken bij de plantgroei. Het is namelijk essentieel voor de celdeling. Deze voedingsstof is cruciaal voor reproductie, met name tijdens de bloei.

CHLOOR

Cannabisplanten hebben kleine, maar optimale hoeveelheden chloor nodig om gezond te blijven. Deze voedingsstof helpt een plant om stevige en sterke bladeren te behouden. Chloor speelt ook een rol bij de fotosynthese en het openen en sluiten van de huidmondjes.

KOPER

Koper speelt de rol van activator bij cannabisplanten. Het activeert sleutelenzymen die chemische reacties katalyseren en versnellen. Een aantal van deze enzymen is betrokken bij de synthese van lignine. Dat is een structureel materiaal dat de ondersteunende weefsels van vaatplanten omvat.

IJZER

Zonder een adequaat ijzergehalte, verkleuren planten van levendig groen naar ziekig geel. Dat komt doordat ijzer een rol speelt bij de productie van chlorofyl, waaraan planten hun groene kleur danken. Een plant heeft het ook nodig voor de vorming van enzymen, de energieproductie en het verlagen van het nitraat- en sulfaatgehalte.

MANGAAN

Mangaan draagt bij aan essentiële overlevingsprocessen en helpt ook bij de bestrijding van ziekten. Het is nauw betrokken bij de fotosynthese, ademhaling en stikstofassimilatie. Mangaan is ook nodig tijdens de groei van wortelcellen en helpt de wortels beschermen tegen ziekteverwekkers.

MOLYBDEEN

Planten hebben van molybdeen maar heel weinig nodig. Onderschat de rol van dit stofje echter niet. Zonder molybdeen is het voor planten erg moeilijk om proteïnen aan te maken. Deze voedingsstof is een van de twee enzymen die nitraat omzetten in nitriet en nitriet in ammonium voor de aminozuursynthese. Planten gebruiken molybdeen ook bij de omzetting van anorganische fosfor in organische vormen.

ZINK

Als je wilt dat je cannabisplanten gezond groeien en een optimale grootte bereiken, zorg dan dat ze genoeg zink krijgen. Gelukkig hebben planten er niet heel veel van nodig. Het kleine beetje zink dat ze vereisen, gebruiken ze voor de vorming van enzymen, proteïnen en groeihormonen. De stof is ook cruciaal voor de stengelgroei.