Hoe Geef Je Optimale Zorg Aan De Zaailingen Van Je Cannabis?

Na het ontkiemen gaan jonge cannabisplanten de zaailing-fase in. Deze periode begint zodra het eerste paar echte blaadjes verschijnt boven de zaadlobben. De fase duurt daarbij twee tot drie weken. De zaailing-fase eindigt zodra de blaadjes van de plant uit ten minste 5–7 vingers bestaan. Dan begint de groeifase.

TIPS VOOR HET OPTIMALISEREN VAN ZAAILINGEN VAN CANNABIS

Vooral in deze fase zijn de planten kwetsbaar voor schimmels en plantenziekten. Als je nu fouten maakt, beïnvloedt dat de plant voor de rest van haar leven. Beperkte groei, een lage opbrengst, minimale harsproductie en teleurstellende kracht zijn vaak te wijten aan slechte zorg in de zaailing-fase. Als planten al niet dood zijn gegaan. Zo geef je zaailingen optimale zorg in deze kritieke fase:

GEBRUIK KLEINE POTTEN VOOR BETERE WORTELONTWIKKELING

Als je in grond kweekt, zet de zaailingen dan eerst in kleine potten. Daarmee stimuleer je gezonde groei van de wortels. Vervolgens moet je de plantjes een aantal keren verplanten naar een grotere pot. Dat klinkt misschien als veel werk. De planten overleven het immers ook wel als je ze in dezelfde pot laat staan. Het verschil qua gezondheid en opbrengst zorgt er echter voor dat het de extra moeite meer dan waard is.

Kleine potten zorgen ervoor dat de wortels een stevige kluwen vormen. Deze zorgt ervoor dat cannabisplanten later in hun leven robuuster zijn. Hun zwaartepunt ligt namelijk lager. Zonder stevige wortelbasis haalt het gewicht van harsrijke toppen nabij de top van het bladerdek de plant soms letterlijk omver. Zeker als de hoofdcola’s naar één kant overhellen. Door te zorgen voor adequate ondersteuning is het ook mogelijk dergelijke schade te voorkomen.

De omvang van de pot stimuleert ook op andere manieren gezonde zaailingen. Een goed ontwikkeld wortelstelsel geeft bijvoorbeeld meer water en voedingsstoffen door aan de ontwikkelende plant. Daardoor krijgt ze bladeren en toppen die gezonder zijn. Kleine potten voorkomen ook wortelrot, omdat oud water minder snel onderin blijft staan. Als dit wel het geval is, berooft dat je planten soms letterlijk van zuurstof en verdrinken ze.

Sommige mensen volgen een schema voor het verplanten naar grotere potten. Er zijn ook kwekers die letten op tekenen van verstrikkingen van de wortels. Dit herken je bijvoorbeeld aan wortels die uit de onderkant van de pot komen. Ook stopt soms de groei of droogt de grond in minder dan drie dagen uit. In al die gevallen is het tijd voor een grotere pot.

Autoflowering zaden zijn een uitzondering op deze regel. Deze kun je het beste meteen in de uiteindelijke pot planten.

GEEF JE ZAAILINGEN NIET TEVEEL OF TE WEINIG WATER

Teveel water geven is een van de meestvoorkomende fouten die nieuwe cannabiskwekers maken. Het is in elke fase schadelijk, maar met name in de zaailing-fase. Teveel water veroorzaakt soms stengelrot. Daarbij verrot de stengel net boven de grond. Anderzijds zouden je zaailingen ook niet helemaal moeten uitdrogen.

Dit is grotendeels te voorkomen door een kleine pot te gebruiken. Je zou echter ook op een paar andere dingen moeten letten. Zorg er bijvoorbeeld voor dat er drainagegaten in je pot zitten. Gebruik bovendien een grondmengsel of een grondloos medium dat goed afwatert. Daarmee voorkom je problemen die soms ontstaan als je planten ineens teveel water krijgen.

In de meeste gevallen treedt overbewatering echter niet op doordat je de planten één keer teveel water geeft. Het heeft er meer mee te maken dat je ze te vaak bewatert. Gebruik het gewicht van de pot als leidraad om erachter te komen of je zaailingen dorst hebben. Weeg de pot als de grond helemaal droog is en nogmaals als deze verzadigd is. Geef je zaailing een goede scheut water als de potten ongeveer twee derde van het gewicht hebben verloren. Leeg bovendien de plantenschotels regelmatig en maak schoon als je knoeit.

Als je geen vertrouwen hebt in je eigen beoordeling van het gewicht van de pot, gebruik dan een spuitfles. Daarmee geef je de planten elke paar dagen een stevige sproeibeurt.

Wanneer je te vaak water geeft, zorgt dat er soms ook voor dat de wortels lui worden. Ze hoeven immers niet echt wat te doen om gehydrateerd te blijven. Als je de grond licht laat uitdrogen, laat je de belangrijkste wortels nieuwe scheuten aanmaken om naar vocht te zoeken. Hiermee ontwikkelt de plant een steviger, beter wortelstelsel.

Als je planten teveel uitdrogen, verwelken ze of gaan ze hangen. Geef ze meteen water als je dat ziet gebeuren. Teveel water geven leidt tot dezelfde symptomen, maar dan hangen de bladeren omdat ze zwaar zijn van het vocht. Als je dat merkt, laat de potten dan afwateren en bewater een aantal dagen niet.

GEEF AF EN TOE VOEDING, ALLEEN INDIEN NODIG

In de schil van cannabiszaden zit genoeg energie voor de ontkieming en de eerste paar levensdagen. Daarna moeten ze voedingsstoffen opnemen uit het groeimedium. Tijdens de kwetsbare zaailing-fase zijn ze echter niet in staat om te gaan met teveel en te zware voeding. Als ze al iets teveel krijgen, verbranden ze al wat. En geef je ze veel te veel voeding, dan gaan ze dood.

Daarom zou je zaailingen altijd in een startmedium moeten zetten dat niet veel meststoffen bevat. Oude grond uit een eerdere kweek is geschikt, zolang je biologisch kweekt of het goed doorspoelt, zodat je eventuele opgebouwde zouten eruit spoelt. Anders vind je in tuincentra speciale aarde die specifiek is ontwikkeld voor deze groeifase.

Zolang je elke dag ziet dat het plantje groeit, krijgt je zaailing voldoende voedingsstoffen uit het medium. Dan hoef je het dus geen extra nutriënten te geven. Stagneert de groei echter of kleuren de nieuwe blaadjes geel? Geef de zaailingen dan een milde meststof speciaal voor jonge plantjes. Je hebt meestal genoeg aan de helft van de aanbevolen dosering van commerciële meststoffen. Controleer altijd de pH-waarde van je mengsel voordat je voedingsstoffen geeft. Cannabis in grond geeft de voorkeur aan een pH van 6,5.

Bedenk dat bepaalde cannabisstrains veel en andere strains maar weinig voeding nodig hebben. Bovendien varieert dit soms ook nog per fenotype van een specifieke strain. Begin altijd met een klein beetje voeding en verhoog de dosering als je planten eraan gewend zijn. Zo houd je in de gaten hoe goed ze het steeds verdragen. Door je planten te observeren, leer je de genen kennen en kom je erachter wat ze nodig hebben.

ZORG VOOR STEVIGE STENGELS MET LICHT EN LUCHTSTROOM

Als de stengels tijdens de zaailing-fase zwak zijn, achtervolgt je dat tijdens de hele kweek. Het zorgt voor slappe takken, minimale opname van voedingsstoffen en kleine, pluizige toppen. Je wilt ook niet dat de zaailingen lang en slungelig zijn. Dan zijn ze immers niet eens in staat de eerste echte blaadjes te dragen.

Om te voorkomen dat planten slungelig worden, zou je ze genoeg licht moeten geven. De knopen zouden op dit punt nog behoorlijk dicht op elkaar moeten zitten. Merk je dat er meer dan een paar centimeter tussen paartjes bladeren zit? Verminder dan de hoeveelheid licht om de verticale groei te verminderen.

In deze fase hebben zaailingen niet veel, maar wel een beetje licht nodig. CFL-lampen of leds met een laag wattage zijn geschikt zolang ze dicht op de plant hangen. Als je MH- of HPS-verlichting gebruikt, zorg dan voor een afstand van ten minste 30cm. Kies daarbij voor een wattage van niet meer dan 400W. Als je merkt dat de planten verbranden of verschrompelen, hang de lampen dan hoger.

Om te zorgen voor bredere en sterkere stengels, gebruik je een draaiende ventilator. Daarmee zorg je voor een gestage luchtstroom rondom je planten. Ter compensatie van de stress, worden de zaailingen sterker. Is een ventilator geen mogelijkheid, raak de bovenkanten van de plantjes dan tweemaal daags met je vingers aan.

BEHOUD DE JUISTE TEMPERATUUR EN LUCHTVOCHTIGHEID

Het wortelstelsel van zaailingen is nog niet volledig ontwikkeld. Daarom hebben ze een hogere luchtvochtigheid en een stabielere temperatuur nodig dan oudere planten. Gebruik een thermo-hygrometer om dat in de gaten te houden. Online vind je goedkope digitale exemplaren, maar ook in dierenwinkels en growshops is zo'n instrument te verkrijgen.

Zaailingen van cannabis houden van een relatieve luchtvochtigheid van rond de 70%. De temperatuur zou tussen de 20 en 25°C moeten liggen.

Overmatige hitte zorgt ervoor dat de bladeren verschrompelen of aan de randen omkrullen. Teveel vocht veroorzaakt soms problemen met schimmels of rot. Als het te koud is, groeien je zaailingen niet meer zo snel. En wanneer de luchtvochtigheid te laag ligt, drogen de bladeren uit en ontstaan er bruine plekken.

BESCHERM ZAAILINGEN DIE BUITEN STAAN

Als je buiten kweekt, dan zou je de zaailingen moeten beschermen tegen gevaar van buitenaf. Late vorst, hongerige insecten en plaatselijk ongedierte brengen snel een einde aan het leven van kwetsbare jonge planten.

Om je planten te beschermen tegen fysieke schade, kun je er een koepeltje overheen zetten. Je maakt dat eenvoudig zelf door de bovenkant van een lege frisdrankfles te snijden. Daarmee bescherm je ze tegen lage temperaturen en hongerige dieren. Bovendien helpt het je om de vochtigheidsgraad te behouden in een droger klimaat.

Zorg er echter voor dat het niet te vochtig wordt in de koepel. Teveel vocht stimuleert de aanwas van schimmels en rot. Als je merkt dat er binnen de koepel condens blijft hangen, prik er dan wat gaatjes in voor een betere luchtstroom.

GEBRUIK DEZE TIPS EN GEEF JE ZAAILINGEN EEN GOEDE START!

Als je zaailingen vanaf het begin de juiste zorg en aandacht geeft, vergt dat natuurlijk tijd en aandacht. Het is echter een investering die zich uitbetaalt. Je krijgt namelijk gezondere planten en een hogere opbrengst. Bovendien zijn ze krachtiger en is de kwaliteit van de toppen beter. Onjuiste voeding en bewatering zijn de meestvoorkomende problemen, maar verkeerde verlichting, luchtstroom en schommelingen in de temperatuur en luchtvochtigheid hebben soms een dramatische impact op je planten. Voor de rest van hun leven.