Maak Deze 5 Fouten Niet Bij Het Laten Ontkiemen Van Zaden

Met ontkieming begint de magie. Cannabiszaden moeten eerst ontkiemen voordat er levende, ademende plantjes uit kunnen groeien. Als dit echter op de verkeerde manier gebeurt of verstoord raakt, komen er geen planten op. Dan blijf je zitten met onbruikbare zaadjes die niets meer waard zijn. Wij geven een overzicht van de vijf fouten die je moet voorkomen als je cannabiszaden laat ontkiemen.

SLECHTE ZADEN LATEN ONTKIEMEN

Een van de meest voorkomende redenen waarom zaadjes niet ontkiemen, is dat de zaden slecht zijn. Gezonde cannabiszaden zien er op een bepaalde manier uit en hebben een specifieke kleur. Levensvatbare zaden zijn rond, niet plat en beige tot donkerbruin van kleur. Bovendien hebben ze een subtiele tijgerprint. Voor platgedrukte of bleekgekleurde zaden is het lastig om gezonde cannabisplanten te worden.

Zaden die niet goed zijn opgeborgen, ontkiemen vaak ook niet. Deze kleine pakketjes met DNA verblijven het liefst op een koele, donkere plek. Daarbij zou er sprake moeten zijn van een gemiddelde vochtigheid. Als je ze blootstelt aan hitte, licht of teveel/te weinig vocht, dan kunnen de zaadjes hun levenskracht verliezen. Koop je zaden bij gerenommeerde zadenbanken en bewaar ze op de juiste manier. Dan hoef je niet bang te zijn voor slechte zaadjes die je kans op succes verkleinen.

TEVEEL LICHT

Over het algemeen hebben zaden een donkere omgeving nodig om te kunnen ontkiemen. In de natuur verblijven cannabiszaden immers in de grond. Het is best lastig om precies te bepalen hoeveel licht teveel is voor je zaden. Kies echter het zekere voor het onzekere en laat ze nooit in direct licht ontkiemen. Je hoeft geen groeilampen te gebruiken totdat de zaden zijn ontkiemd.

Bovendien is het waarschijnlijk dat de kwaliteit van je zaden van invloed is op hoe ze omgaan met direct licht. Zaadjes die al lastig ontkiemen, doen het nog slechter bij blootstelling aan overmatig licht.

TEVEEL OF TE WEINIG WATER

De hoeveelheid water die je aan je zaden geeft tijdens de ontkieming is ook van invloed op het succes. Er zijn kwekers die zaadjes willen laten ontkiemen door ze te ‘verdrinken’ in een glas water. De zaden krijgen dan inderdaad geen dorst, maar het is eerder schadelijk dan nuttig.

Als er eenmaal zaailingen ontstaan, dan zijn deze erg kwetsbaar. Je moet dan ook voorzichtig zijn met water geven. Tijdens het ontkiemen moet het medium vochtig zijn, maar niet doorweekt. Daarmee behaal je het beste resultaat. Anderzijds is een droge omgeving mogelijk het doodsvonnis voor je zaden. Ze hebben voortdurend vocht nodig om te kunnen ontspruiten.

PROBLEMEN MET DE TEMPERATUUR

Cannabiszaden hebben een specifieke temperatuur nodig om te kunnen ontkiemen. Ongeacht het medium waarin je ze laat kiemen (grond, keukenpapier, etc.); de omgevingstemperatuur moet constant tussen de 26 en 28℃ liggen. Houd je zaden dus warm tijdens het ontkiemingsproces. Stel ze tijdens de ontkieming nooit bloot aan minder dan 20℃.

Je kunt hiervoor bepaalde technieken gebruiken. Er zijn kwekers die bijvoorbeeld een speciale warmtemat inzetten. Daarmee kunnen ze een specifieke temperatuur instellen. De mat leggen ze vervolgens onder de potjes met zaailingen. Een andere strategie is het plaatsen van een kacheltje met tijdslot waarmee je de omgeving regelmatig opwarmt. Als je zaden eenmaal zijn ontkiemd, kunnen ze veel beter tegen temperatuurschommelingen.

ONTKIEMEN IN GROND

Veel mensen kiezen ervoor om hun zaden te laten ontkiemen in keukenpapier. Anderen kiezen er echter voor om de zaadjes direct in de grond te stoppen. Natuurlijk is het ontkiemen van zaad in aarde niet per se slecht, maar het geeft wel de nodige uitdagingen. Over het algemeen is het niet raadzaam, tenzij het niet anders kan.

De bovenste laag van grond droogt namelijk binnen 48 uur uit. Dat maakt het lastig je zaden de juiste hoeveelheid water te geven, zonder dat ze verdrinken. Als je te veel bewatert tijdens het ontkiemen, dan kunnen je zaadjes te hoog of te diep in de grond terechtkomen. Dat vermindert hun levensvatbaarheid. Zaadjes die je te diep in de aarde stopt, kunnen ook te maken krijgen met diverse complicaties. Ze kunnen bijvoorbeeld stikken omdat ze niet genoeg zuurstof krijgen. Ook lukt het ze soms niet om voldoende licht te ontvangen. Daardoor gaan ze niet over tot de zaailing-fase van hun levenscyclus.

Soms ontkiemen zaden ook niet omdat de grond waarin ze zijn gestopt verontreinigingen bevat. Schimmels en plagen kunnen binnen enkele weken funest zijn voor een volwassen, gezonde wietplant. Het is dan ook geen verrassing dat ze ervoor kunnen zorgen dat een zaadje niet ontkiemt. Als je grond sporen van deze verontreinigingen bevat, kan het zelfs gebeuren dat je zaden nooit opengaan en ontspruiten. Dat geldt ook voor meststoffen. Zelfs als er een kleine hoeveelheid meststof in de grond zit, kan dat zaden doden. Daardoor zijn ze niet meer bruikbaar.